Het huis is ontworpen in de neoklassieke stijl van die tijd. Het neoclassicisme is een bouwstijl voornamelijk toegepast in de negentiende eeuw, gebaseerd op de renaissance en barok van de zestiende tot de achttiende eeuw. De inspiratie daarvan komt voornamelijk van de Griekse en Romeinse architectuur uit de bloeiperioden van de oude Grieken en Romeinen.
De klassieke stijl kenmerkt zich door een strakke en symmetrische vormgeving. Het best komt dit tot uitdrukking in de gevels, in dit geval uitsluitend in de voorgevel. De voordeur zit in het midden en aan beide zijden zijn twee hoge ramen op regelmatige afstand van elkaar. Naar de klassieke norm behoren hoogte en breedte van zowel het gevelvlak als de deuren en ramen te voldoen aan de ‘gulden snede’ — een verhouding tussen de breedte en de hoogte van 1:1,618.
De dorpsbevolking bestond uit boeren, arbeiders, handwerkslieden, neringdoenden, notabelen en renteniers (meestal boeren). Ze woonden door- en naast elkaar langs de dorpsstraten. De status en de welstand van de bewoners was af te meten aan de grootte van de huizen en het aanzicht van de meest zichtbare gevel(s).
Pieter Klazes Iest, behorende tot de notabelen van het dorp, liet een huis bouwen met een weliswaar statige, maar geen overdadig versierde voorgevel. De kozijnen dateren uit de bouwtijd. De ramen waren, zoals toen gebruikelijk, schuiframen met een vierruits onderraam en een tweeruits bovenraam. Die zijn later vervangen door T-ramen en in de jaren vijftig door ongedeelde ramen voorzien van enkel glas.
De voordeur is oorspronkelijk, fijn geprofileerd en van twee draairaampjes voorzien, beschermd door een ijzeren rooster. De oorspronkelijke indeling van het bovenraam was niet meer te achterhalen. Gekozen is voor een nieuw raam met een ovale roede. Het metselwerk is boven de kozijnen voorzien van een hanenkam, waarbij elke steen in de juiste vorm is gekapt. Versieringen in het metselwerk in de vorm van sluit- en kantstenen ontbreken, evenals gekleurde speklagen.