Afdekking met stro

Afdekking met stro in de moestuin. Foto, Stiens, 22 mei 2013.

Elke stinzentuin is anders en hoewel er wel algemene regels zijn voor een optimaal beheer, moet het beheer ook worden aangepast aan de lokale situatie. Een open parkbos, is anders dan een stinzenrijk grasland. Onze tuin is een combinatie van een kleinschalig bosmilieu met een wat opener milieu met bomen en struiken. Het voorkomen van agressieve plantensoorten als Zevenblad, Japanse duizendknoop en Daslook vormen grote uitdagingen. Het streven is te komen naar een semi-natuurlijk vrij stabiel milieu waarin de diverse soorten van de stinzenflora zich kunnen handhaven en uitbreiden. We maken geen gebruik van gif en werken met de zeis, spitvork, schop en handzaag. We doen zoveel mogelijk zelf, alleen het onderhoud aan de bomen laten we doen door professionele deskundigen. Vanwege Willem’s arbeidsverleden als wetenschapper op het gebied van de chemie van de bodem en kennis en ervaring in het beheer van bloemenrijk grasland is er extra aandacht voor het bodemmilieu. Het gaat er om om zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijke processen.

Het beheersconcept wordt ontwikkeld door gebruik te maken van kennis, ervaring en inzicht. Kennis en ervaring veranderen in de tijd en dat betekent dat het beheersconcept niet statisch is maar dynamisch.

Afdekking met koolzaadstro in de boomgaard

Afdekking met koolzaadstro in de boomgaard. Foto, Stiens, 22 augustus 2013.

We zijn begonnen de grond, nadat de bolgewassen onder de grond zijn verdwenen, deels af te dekken met een laag takken en daarop stro. Het Zevenblad krijgt geen licht en groeit niet. Op een ander deel van de grond hebben we een dunne laag gehakseld Koolzaadstro aangebracht. Dit wordt regelmatig geschoffeld om zevenblad te bestrijden. Het Koolzaadstro is arm aan stikstof en voegt kalium, dat goed is voor de bollen, aan de bodem toe. Door de grond bedekt te houden wordt het bodemleven bevorderd, wat goed is voor de bodemstructuur. Op stukken waar in de zomer voldoende zonlicht komt wordt nadat de grond een paar weken onkruidvrij is gehouden ‘bijenvoer’, Phacelia, gezaaid. Deze eenjarige plant bloeit mooi, trekt insecten aan. In de herfst wordt de Phacelia gemaaid en afgevoerd. De reden dat het gewas wordt afgevoerd is dat op die manier het stikstofniveau van de grond wordt verlaagd.

Phacelia in de moestuin

Phacelia in de moestuin. Foto, Stiens, 6 oktober 2013.

Door deze aanpak ontstaat er de nodige dynamiek, wordt er voldoende organisch materiaal geproduceerd voor een actief bodemleven waardoor de bodemstructuur verbeterd en het onkruid onderdrukt wordt. In hoeverre dit systeem in de praktijk ook doet wat ervan verwacht wordt zullen we moeten afwachten.

De Japanse duizendknoop is in het jaar van aankoop (2012) bestreden door regelmatig te maaien. In 2013 hebben we het, na de bloei van de stinzenplanten, afgedekt met takken. opkomende Duizendknoop wekelijks geplukt en afgevoerd. Begin augustus is de takkenafdekking verwijderd en zijn de wortels van de Duizendknoop gedurende enkele weken zoveel mogelijk verwijderd met de spitvork. Het lijkt er op dat we de Duizendknoop al grotendeels de baas zijn.