Op een luchtfoto van 1928 is de padenstructuur vrij goed zichtbaar. Informatie kregen we ook van de broer van Geert Bosma, Abe Bosma, die de structuur zoals hij die zich uit zijn jeugd herinnerde voor ons heeft geschetst. In 1982 had Geert Bosma met zijn zoon de paden grotendeels voorzien van een klinkerbestrating. Die bestrating was inmiddels grotendeels verdwenen onder de grond en de begroeiing. Met enige moeite was het mogelijk om deze paden weer bloot te leggen. Nadat ongewenste boom- en struikopslag was verwijderd werd ook het reliëf van de oorspronkelijke tuinaanleg weer zichtbaar. Centraal in de tuin staat de majestueuze Kaukasische vleugelnoot. Daarvoor ligt een perk dat vroeger een grasveld was, de voormalige bleek, met daarin vroeger kleinere bloemperken. Het grote bolvormige cirkelvormige perk was de moestuin.
Het boonvormige perk ligt bol en loopt geleidelijk op naar het zuidoosten. Daar stond tot ca. 1940 een rietgedekt prieel waar de bewoners genoten van de zonsondergang over de weilanden. Aan de westelijke rand van het terrein ligt een boslaantje. Dit bosje staat grotendeels op grond die in 1984 is bijgekocht van de gemeente. In de negentiende eeuw lag er zand op de paden. Zand met wat klei erdoor is ideaal als pad. Het is makkelijk onkruidvrij te houden door af en toe te schoffelen en regelmatig aan te harken. Zo’n pad ziet er goed uit en voldoet prima. Het zand moet wel geregeld worden aangevuld en een nadeel is dat het aan het schoeisel kan plakken als het vochtig is. De mate waarin dit gebeurt hangt af van het soort zand. In de negentiende eeuw was men zich daar veel meer van bewust dan tegenwoordig. Zeezand of woudzand kan gebruikt worden voor de paden.
Hieronder een impressie uit 2012 en het resultaat na vijf jaar.