We beleven nu een periode van veel blauwe bloemen (Sterhyacint, Sneeuwroem, Gevlekt longkruid en Blauwe anemoon) naast geel (Narcissen en Gele anemoon), en de paars/witte kleur van de Holwortel.
Sterhyacint | Wit hoefblad | Japans hoefblad | Bosgeelster | Holwortel | Voorjaarshelmbloem | Sneeuwroem | Blauwe anemoon | Wilde narcis | Bosanemoon | Gevlekt longkruid | Knikkende vogelmelk | Gele anemoon | Bostulp | Zomerklokje | Kievitsbloem | Daslook | Dichtersnarcis | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Dekema State | |||||||||||||||||||||
Hackfort | |||||||||||||||||||||
Jongemastate | |||||||||||||||||||||
Martenastate | |||||||||||||||||||||
Martenatuin | |||||||||||||||||||||
Philippusfenne | |||||||||||||||||||||
Schierstins | |||||||||||||||||||||
St. Vituskerk | |||||||||||||||||||||
Stinze Stiens |
Bloei: begin volop afnemend
Aanwezig: hier en daar regelmatig massaal
Stinzenflora-monitor Kalender 2020 week 13. Scroll horizontaal om alle planten te zien. Meer weten over een terrein of stinzenplant? Klik op de naam in de tabel.
De Holwortels staan overal uitbundig te bloeien en vroege hommels vliegen al op deze mooie planten die massaal kunnen voorkomen. De Holwortel groeit van nature in Duitsland (zie afbeelding hierboven) en werd al vroeg als tuinplant gebruikt.
De bloemkleur kan gebroken wit of paars/roze zijn. Het percentage witte planten kan sterk variëren van plek tot plek. Soms is de kleur heel licht roze/wit. Er zijn ook allerlei cultivars die een nog groter spectrum aan kleuren hebben dan de wilde soort.
Het is nu ook de tijd van de bloei van de anemonen. Het wit van de Bosanemonen, het geel van de Gele anemoon, het blauw van de Blauwe anemoon en de Oosterse anemoon. Van de verschillende anemonen komen de Gele anemonen het meest voor op de Friese stinzenplanten terreinen.

Gele anemoon, ‘Ranunculi quarta species lutea’ of Gelbs Waldhenle’ in: Leonhart
Fuchs, De historia stirpium, 1542.
Deze soort groeit in Duitsland in het wild en wordt al beschreven door de arts/kruidkundige Leonhard Fuchs in 1542. De Bosanemonen zijn in Nederland niet zeldzaam maar komen op de terreinen langs de voormalige Middelzee nauwelijks voor.
Bij Hackfort (Gelderland) groeien en bloeien ze zeer uitbundig. Deze soort floreert beter op lichtere meer zandige gronden.
Al in de 17e eeuw worden er cultivars gekweekt op basis van de soorten die in het wild veel voorkomen. De Dubbele bosanemoon is hier een voorbeeld van. Deze soort komt onder andere voor bij Philippusfenne, in het Wikelerbos (Wyckel, It Fryske Gea) en op Harsta State (Hegebeintum, Ver. Hendrick de Keyzer).
De Blauwe anemoon (Anemone apennina) lijkt erg op de Oosterse anemoon (Anemone blanda). De Blauwe anemoon heeft haartjes aan de stengel die plat liggen, terwijl bij de Oosterse anemoon de haartjes loodrecht op de stengel staan.

Oosterse anemoon, Anemone blanda bij Stinze Stiens. De bloemsteel is lang, haartjes op de stengel afstaand en de stengel knikt na de bloei. Klik op foto om te vergroten.

Blauwe anemoon in: P. Vallet, J. Robin, Le Jardin du Roy tres chrestien Henry IV Roi de France et de Navare dedie a la Royne, Parijs 1608
De Blauwe anemoon heeft een sterk wisselend aantal bloemblaadjes (Floron Verspreidingsatlas). De soort breidt zich maar langzaam uit. De Blauwe anemoon werd eind 16e eeuw al in enkele tuinen in de Zuidelijke Nederlanden gevonden. De grootste en meest verwilderde vegetatie in Friesland komt zover we weten voor op Harsta State. Van der Ploeg was in 1953 al onder de indruk van deze vindplek en meende dat de soort hier toen al zeer lang moet hebben gestaan, alhoewel het toen slechts om enkele tientallen exemplaren ging.

Blauwe anemoon op Harsta State (Hegebeintum, eigendom Vereniging Hendrick de Keyzer) met inzet tekst artikel D.T.E. van der Ploeg, ‘Stinsenplanten’ in: De levende natuur 56 (7), 1953, pp. 129-136.

Blauwe anemoon op Philippusfenne. Schermafbeelding TV-uitzending BinnensteBuiten (kro/ncrv) 25 maart 2020.
Bij Philippusfenne komen ook een aantal mooie grote plekken met deze plant voor. De bloemen op beide locaties zijn echter duidelijk verschillend, bij Philippusfenne zijn ze ze donkerder blauw en wat voller van vorm. Dit is recent ook al opgemerkt door Heilien Tonckens. De planten op Martenastate lijken sterk op die bij Philippusfenne (zie Kalender week 12). De Oosterse anemoon is een populaire tuinplant waar veel cultivars van bestaan.
Daslook begint bloemknoppen te vormen. Een rijke bloei kan prachtig zijn. Bij Dekema State staan ze uitbundig langs de kastanjelaan en aangrenzend in het bosje. Het terrein van Stinze Stiens was echter 7 jaar gelden voor ca. 80% Daslook. Daslook op een (te) voedselrijke bodem kan alle andere soorten stinzenplanten overwoekeren. Daarom bestrijden we deze soort al sinds wij dit terrein beheren. De soort is nu sterk teruggedrongen en andere soorten nemen hun plek in. Toch plukken we nog elk jaar gedurende enkele weken zoveel mogelijk planten met de hand. Op armere grond groeit deze soort slecht. Italiaanse aronskelk, en Armbloemig look zijn andere soorten die zich agressief kunnen ontwikkelen.
De eerste Knikkende vogelmelk is uit bij Dekema State en de knoppen van de Bostulp gaan al op een enkel zeer zonnig en warm plekje bij Dekema State open. Op Martenastate beginnen ze te kleuren, maar het zal nog even duren voordat deze soort volop in bloei komt. Meestal komt er maar een bloem aan een bloemstengel en soms twee.
De vondst van de week is bij Dekema state een Bostulp met vier knoppen aan een bloemstengel. Het fenomeen dat een plant meestal maar een bloem per bloemstengel heeft en soms meer komt vaker voor. De Kievitsbloem heeft in het wild meestal één bloem en heel soms twee. In een tuin kan het voorkomen dat er tot wel vijf bloemen aan een stengel van een Kievitsbloem kunnen voorkomen, zoals eerder is waargenomen bij Stinze Stiens kort na de aanplant. Nu, na enkele jaren, zijn ze hier weer ‘normaal’, met één bloem. Op Hackfort zijn de eerste al in bloei.
Het is nu ook de tijd van de bloei van de Narcissen. In België komt de Wilde Narcis van nature voor net als in het aangrenzende Duitsland. In Friesland en Drenthe kwam hij vroeger in vochtige weilanden ook in het wild voor. In Drenthe wordt gewerkt aan een herintroductie door middel van een ‘bollenbank‘. De Wilde Narcis, Narcissus pseudonarcissus subspecies pseudonarcissus is nu vrijwel uitgebloeid. Narcissen worden al sinds lange tijd gekweekt. Vaak komen er op stinzenplanten terreinen diverse oude gekweekte soorten voor. De echte Wilde narcis komt echter maar weinig voor.
De planten die nu te koop zijn zijn vaak de ondersoort lobularis, Narcissus pseudonarcissus subspecies lobularis.
De Dichtersnarcis die nu langzaam in bloei komt kan massaal voorkomen in alpenweiden en wordt al heel langs als tuinplant gebruikt. Deze soort is recent bij de Schierstins, Martenastate en Dekema State aangeplant. Deze nieuwe planten zijn vrijwel altijd een variant van de wilde Dichternarcis.
ACTIVITEITEN
Vanwege het coronavirus hebben de deelnemers aan de Stinzenflora-monitor ieder een eigen beleid met betrekking tot rondleidingen en activiteiten.
Je wordt geadviseerd de websites van de deelnemers te raadplegen.
De rubriek activiteiten binnen- en buitenland van de Stinzenflora-monitor laten wij ook om die reden vanaf heden vervallen.
Gegevens: zie TERREINEN.
NIEUWS

Luc en Mattie wandelend tijdens Tv-uitzending BinnensteBuiten (kro/ncrv,) 25 maart 2020) in hun parktuin Philippusfenne. Schermafbeelding.
Op 25 maart werd in BinnensteBuiten (KRO.NCRV), 18.45 u. NPO2 aandacht besteed aan Buitenplaats Philippusfenne, het statige voormalige notarishuis met de prachtige tuin die vooral bijzonder is vanwege de stinzenplanten. Philippusfenne is een van de vijf landelijke stinzenflorahotspots van Nederland. Eigenaren Mattie en Luuk wonen er na ruim 40 jaar nog steeds met veel plezier en genieten van al het moois in hun tuin. Nou ja van bijna alles, want van één stinzenplant heeft Mattie spijt als haren op haar hoofd dat ze het geplant heeft… Terugkijken? Klik hier.
Op initiatief van It Fryske Gea en Stichting Martenastate komt in de tweede helft van april een geactualiseerde en uitgebreide versie van het boek Stinzenplanten in Fryslân uit bij Uitgeverij Noordboek, Gorredijk (1e editie 2008) nu met de ondertitel: een voorjaarsfeest in het historisch groen. In het boek wordt aandacht geschonken aan de verschillende stinzenplanten, het beheer en de rijke geschiedenis ervan. Het wordt een leerzaam en interessant hand- en kijkboek voor iedereen, die zich voor stinzenflora interesseert of die als vrijwilliger zich met stinzenplanten bezighoudt.De stinzenflora in Fryslân staat centraal, maar er is ook aandacht voor het landschap, de verschillende vindplaatsen van stinzenflora en de monumentale woningen van Friese adellijke families en notabelen. In het boek wordt ook het werk van de bekende stinzenflora-pionier D.T.E. van der Ploeg nader belicht.
In Tresoar in Leeuwarden, het informatie- en documentatiecentrum voor de geschiedenis van Fryslân, wordt op dit moment een tentoonstelling ingericht met de titel Friese schatten in het groen / Fryske skatten yn it grien met als ondertitel staten en stinzenflora in Fryslân. Aanvullende informatie over de opening volgt op een later moment.
De KNNV Uitgeverij heeft op 14 februari de Basisgids Stinzenplanten gepresenteerd, een ‘boek voor in de binnenzak’ in aansluiting op de eerder uitgebrachte gelijknamige app (gratis te downloaden alleen voor Android). ‘Welke soorten tot de stinzenplanten behoren is geen vast gegeven. De lijjst van stinzenplanten is voortdurend in ontwikkeling geweest’, zo wordt verteld in de inleiding. De gids kiest voor 120 soorten. De gids wil een bijdrage leveren aan het behoud en waardering van dit waardevolle culturele erfgoed. Nadruk ligt op de fraaie en gedetailleerde kleurenfoto’s, aangevuld met duidelijke beschrijvingen over onder andere grootte en bloeitijd.
Af en toe wordt er wat vermeld over het tijdstip van introductie van deze planten in Nederland, zonder bronvermelding. Helaas is deze beperkte informatie soms onjuist. Bij het Haarlems klokkenspel, een van de iconen van de stinzenplanten, wordt gemeld dat de plant al gekweekt zou zijn in 1594. Recent is er juist meer bekend geworden over de interessante geschiedenis van deze plant. Het is dit jaar 300 jaar geleden dat de plant in 1720 door Boerhaave voor het eerst werd beschreven. Klik hier voor artikel hierover in de rubriek ‘Geschiedenis’ op de Stinzenflora-monitor.
FLORON heeft een Engelstalige samenvatting van de Botanische hotspots in boekvorm uitgegeven, waarin ook de 2 hotspots ‘stinzenbos’ in Friesland, Martenastate en Philippusfenne, zijn opgenomen: L.B. Sparrius, D.D. van der Hak, Important Plant Areas. Botanica hotspots in The Netherlands, 2019. De online interactieve versie is te vinden op de website ‘verspreidingsatlas’, soortgroep/biotoop ‘vaatplanten/stinzenbossen’. Klik hier.
Het Lentenummer van het tijdschrift OASE is geheel gewijd aan ‘Stinzenplanten en Voorjaarsbloeiers’. Interessante wetenswaardigheden over Stinzenplanten als historische begroeiing, het Haarlems klokkenspel , de diversiteit van Sneeuwklokjes, het beheer van stinzenplanten en over zelf aan de slag gaan met verwilderingsgbollen. Veel media besteden aandacht aan stinzenplanten, ook de vakbladen zoals Tuin en Landschap waarin Heilien Tonckens als ‘Groen Gast’ enthousiast vertelt zoals we van haar gewend zijn.