Geert Bosma

Dokter Geert Bosma, tussen de stinzenplanten, Bonte krokussen, bij de Kaukasische vleugelnoot. Foto, ca. 1989. Archief: W. Bosma-Ollemans.

Jubileumuitgave Vogelwacht Stiens e.o. 75 jaar.

Jubileumuitgave Vogelwacht Stiens e.o. 75 jaar.

Recent werden we aangenaam verrast door het bezoek van Ineke Westendorp van de Vogelwacht Stiens e.o.. Zij  bracht het jubileumnummer van het tijdschrift van deze vereniging mee dat recent verscheen ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van dit tijdschrift. Bij het archiefonderzoek in verband met dit jubileum vond zij een artikel van dokter Geert Bosma uit 1989: ‘Mijn tuin’. Geert groeide als kind op in ons Doktershûs en was daar vanaf 1960 werkzaam als huisarts. Geert was een man die hield van de natuur en het is dan ook begrijpelijk dat hij een actief lid was van de vogelwacht.

15 november 2012. Klimop langs het bos(ma)laantje.

15 november 2012. Klimop langs het bos(ma)laantje.

Wij ontdekten in 2012 de sprookjesachtige verwilderde tuin die achter het Doktershûs is gelegen. Op plekken die nog niet geheel overwoekerd waren bloeiden enkele stinzenplanten. Nadat wij  de overwoekerde tuin hadden ‘ontgonnen’ en hersteld, kwamen er veel meer stinzenplanten tot bloei. 

De Riykdom fan Bosma's tún, Uitg. Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel, 2012.

De Rykdom fan Bosma’s tún, Uitg. Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel, 2012.

Gerrit Vlaskamp (1834-1906)

Gerrit Vlaskamp (1834-1906), Archief Aly Westra-van der Mark.

Geert Bosma schrijft in zijn artikel dat hij aanneemt dat de tuin een ontwerp is van Roodbaard. Inmiddels weten we dat dat niet zo is en dat de tuin in 1868 ontworpen is door tuinarchitect Gerrit Vlaskamp. Ook schrijft hij in zijn verhaal onder andere dat de Kaukasische vleugelnoot en een Veder-esdoorn zijn omgewaaid. Inmiddels weten we dat de Kaukasische vleugelnoot in 1972 bij een grote storm is omgewaaid en niet eerder zoals wel verteld wordt. Zijn zoon Johannes zag het gebeuren. Beide exotische bomen zijn nog steeds in de tuin aanwezig. De monumentale Kaukasische vleugelnoot is inmiddels een prachtige beeldbepalende boom in de tuin doordat Bosma de omgewaaide boom liet liggen, waarna hij over de hele lengte van de nu vrijwel horizontaal liggende stam prachtig is uitgegroeid.

Stinzenplanten, Minne Dankert, 1996

W. Heukers-ten Bosch, ‘Stinzenplanten op hun hoogtepunt’, rubriek Gezin en samenleving, krant onbekend, p.24, 20 april 1996.

Er is nog een krantenartikel uit 1996 waarop zijn vriend Minne Dankert staat bij de Kaukasische vleugelnoot. Ook hij hield van stinzenplanten, zoals hij zelf zegt sinds 20 jaar. Dankert zou Bosma gestimuleerd hebben de boom te laten liggen.

Bij de storm van november 1972 omgevallen Kaukasische vleugelnoot.

Bij de storm van november 1972 omgevallen Kaukasische vleugelnoot. Op de voorgrond Krokusjes en Sneeuwklokjes. Foto: voorjaar 1973. Archief Bosma-Ollemans.

Gewone vogelmelk bij Stinze Stiens.

Gewone vogelmelk bij Stinze Stiens, 9 mei 2019.

Natuurlijk schreef Geert Bosma ook over de stinzenplanten: ‘De tuin is rijk aan Stinzenflora zoals sneeuwklokjes, crocussen, winterakonieten, lenteklokjes, vogelmelk (2 soorten), daslook, bosanemoon, longkruid, Italiaanse aronskelk, gevlekte aronskelk, holwortel, narcissen, wilde tulpen. Het assortiment Stinzenplanten is vrijwel compleet. Wat er niet meer was, heb ik aangeplant. Het leuke is, dat bij mijn manier van tuinieren de nieuw aangeplante soorten het enorm goed doen. Dit houdt bijv. in: niet hakken, niet schoffelen en geen tuinafval afvoeren. Alles wordt gerecycled. En vanzelfsprekend geen kunstmest en geen bestrijdingsmiddelen.’ 

Tuin dokter Bosma, Stiens, ca. 1969-1972.

Tuin dokter Bosma, Stiens, ca. 1969-1972. Archief Bosma Ollemans.

De bomen gingen hem ook ter harte: ‘De bomen moeten wel onderhoud hebben. Ik hoop daarvoor hulp te krijgen van de Stichting Instandhouding Landschapselementen in Friesland. Het ‘SILF’. Ook maak ik dankbaar gebruik van de adviezen van de heer D.T.E. van der Ploeg uit Sneek, een zeer bekend publicist over de Stinzenflora.’

Dokter Bosma aan het werk in zijn tuin in Stiens. herfst 1972.

Dokter Geert Bosma aan het werk in zijn tuin in Stiens. Herfst 1972. Archief Bosma Ollemans.

Louis Le Roy, Natuur uitschakelen, Natuur inschakelen, 1973

Louis Le Roy, Natuur uitschakelen, Natuur inschakelen, 1973.

Stinzeplanten yn Fryslân

D.T.E. van der Ploeg, foto’s Ytsen Kooistra, Stinzeplanten yn Fryslân. Statussymboal ut de lade tiid, Ljouwert (Fryske Akademy-Coulonhus, Ljouwert 1972). Collectie: Van Riemsdijk/Van Riemsdijk-Zandee. Schenking: W.J. Bosma-Ollemans.

‘Het onderhoud is daarom zo moeilijk, omdat hierover vrijwel geen literatuur bestaat. De methode Le Roy kan op de klei niet toegepast worden, omdat klei ondoorlaatbaar wordt voor water bij het storten van steen. Ook is het moeilijk geen ruzie te krijgen met enigszins boom-vijandige buren. Het einddoel van sommige zgn. deskundigen is keurig aangeharkte zwarte grond. Een “tuinman zoals het hoort” schrikt zich een hoedje als in juli het onkruid welig tiert. Onkruid bestaat in mijn ogen overigens niet. Het zijn gewoon planten die zich beter thuisvoelen dan de meeste zgn. cultuurplanten en ’s winters is toch alles weer verdwenen. Hoogstens probeer ik wat bij te sturen in de door mij gewenste richting.’

Tuinman en Johannes Bosma in de dokterstún in Stiens. oktober 1969.

Tuinman en Johannes Bosma in de dokterstún in Stiens, appeltjes plukken van de Blauswiete. oktober 1969. Archief Bosma Ollemans.

‘Zoals nu wel duidelijk zal zijn, heb ik zeer weinig supporters. Daarom beschouw ik Stinzenflora als mijn ene supporter en de ander is het vogelvolkje. Dit laatste rechtvaardigt dan ook dunkt mij een plaats voor mijn verhaal in het vogelwachtverslag. Vooral trekvogels maken zeer dankbaar gebruik van de tuin om te rusten en te fourageren. Ik laat met opzet veel afgevallen fruit liggen. Van boven af moet – stel ik mij voor – de tuin met de omliggende huizen en de bomen om het kerkhof er als een groene oase uitzien.’ 

Luchtfoto Stiens

Stiens. Luchtfoto, ca. 1935. Links onder de tuin bij het Doktershûs. Archief: Documentatiestichting Leeuwarderadeel (Stiens).

Hij noemt: ‘kramsvogels, koperwieken, houtsnippen, specht (1x), goudhaantje (1 seizoen) en pestvogels.’ en voor broedvogels installeerde hij wel nestkastjes. Hij noemt verder: merel, zanglijster, gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvanger, winterkoninkje, koolmees, pimpelmees, tjiftjaf, spotvogel, fitits, houtduif, tortelduif, ekster, groenling.’ Ook nam hij in een jaar ransuilen waar en verder het roodborstje en boomklevers. ‘Eén roodborstje vloog mij afgelopen winter steeds achterna bij mijn wandelingen door de tuin.’

Tuin bij het Doktershûs met vogelhuisje, 2012.

Tuin bij het Doktershûs met vogelhuisje van dokter Bosma, zoals in 2012 aangetroffen door Trudy en Willem van Riemsdijk.

En hij besluit: ‘Ik hoop dat mijn verhaal uw enthousiasme voor de natuur versterkt.’

Bokashi

9 september 2020 Bokashi maken met o.a. toevoegen van kalk.

Het is jammer dat Geert niet benoemt welke stinzenplanten er al waren toen hij het beheer over de tuin ging voeren en welke hij bijgeplant heeft.Hoewel er tegenwoordig wat meer literatuur is over onderhoud van historische terreinen met stinzenplanten dan in zijn tijd, is het nog steeds een uitdaging om zo’n terrein optimaal te beheren. Het beheer dat wij momenteel uitvoeren komt deels vrij sterk overeen met dat van Geert Bosma indertijd. Ook wij voeren inmiddels geen vrijkomend materiaal meer af, maar recyclen het vrijkomend organisch materiaal door het te verwerken tot een soort Bokashi. De Bokashi wordt weer over de grond uitgestrooid wat het bodemleven stimuleert waardoor de structuur van de bodem verbeterd wat weer goed is voor de ontwikkeling van de stinzenflora. 

Pad tussen boomgaard en moestuin

Esdoorn opslag rond de boomgaard. 15 november 2012.

Hoewel Geert Bosma inzag dat onderhoud aan bomen en struiken op het terrein van belang is mogen we aannemen dat er op dit gebied gedurende vele decennia vrijwel geen onderhoud heeft plaats gevonden. Voordeel hiervan is dat er een natuurlijke verjonging is van aanwezige bomen die opgroeien uit zaad of wortelopslag. Nadeel is dat grote delen van het terrein waren dichtgegroeid en dat weinig bomen de kans kregen zich optimaal te ontwikkelen omdat ze te veel in verdrukking stonden van andere bomen.

Willem van Riemsdijk 9 mei 2020, vruchtbomen, Iepen, Meidoorn.

Willem van Riemsdijk in de boomgaard, achtergrond vruchtbomen, Meidoorn, Iepen en Spaanse aak. 9 mei 2020.

Interessant is dat er veel Iepen en Essen op het terrein staan en verder ook Spaanse aak, Esdoorn, Gewone vogelkers, Meidoorn, Vlier. Een ruim vijftig-jarige Eik die op het in 2017 bij gekochte stukje grond staat en een oude Linde met de nodige vruchtbomen maken het geheel compleet.

Prachtframboos

Prachtframboos (Rubus spectabilis).

Bij op bloeiende Berberis bij Stinze Stiens.

Bij op bloeiende Berberis bij Stinze Stiens.

Naast deze bomen komen ook diverse struiken voor zoals de Gelderse roos, de Prachtframboos, Berberis, een oude Wollige sneeuwbal en diverse soorten wilde rozen.

Hondsroos en Egelantier aangeplant in 2016.

Hondsroos en Egelantier aangeplant in het voorjaar 2016.

Langs de grens van het nieuw aangekochte stukje grond is een rozenhaag gecreëerd, die grotendeels bestaat uit inheemse rozen die uit zaad zijn opgegroeid. Een aantal Rosa Gallica (Franse roos) zijn toegevoegd aan de heg.

Holwortel in het bosje voor de gelegde heg bij Stinze Stiens.

Holwortel in het bosje voor de gelegde heg bij Stinze Stiens.

Een deel van de stinzenflora groeit van nature in Iepen-Essen bossen op rijkere gronden en wat dat betreft past de aanwezige beplanting dus goed. Helaas loopt de tuin wel een groot risico doordat de Iepziekte en de Essentaksterfte het bomenbestand flink kan aantasten. Tot nu toe hebben we gelukkig alleen nog op zeer beperkte schaal last van de Essentaksterfte. Momenteel worden de bomen elk jaar deskundig onderhouden. Onderhoud houdt in het af en toe snoeien van de vruchtbomen, de Knot-esdoorns en het geleidelijk dunnen van het bestand, zodat overblijvende bomen beter kunnen uitgroeien en er voldoende licht op de grond komt in verband met de stinzenflora.

Gelegde heg, nov. 2020

Gelegde heg, ervoor Holwortel, links Spaanse aak en Essen, november 2021.

Begin vlechtheg bij Stinze Stiens 26 november 2020.

Begin ‘gelegde heg’ / vlechtheg bij Stinze Stiens op 26 november 2020.

Recent hebben we ook een verandering doorgevoerd door een deel van een met klimop begroeid hek te verlagen en de bomen die daarlangs stonden te ‘leggen’. Deze nu vrijwel horizontaal gelegde bomen gaan weer uitlopen en vormen zo in korte tijd een fraaie hele dichte heg.

Kleine vos op Winterakoniet

Kleine vos op Winterakoniet bij Stinze Stiens.

Een dergelijke bomen/struiken heg geeft niet alleen meer nestelgelegenheid voor vogels maar stimuleert ook veel ander leven in de tuin, zoals bijen, hommels, vlinders etc. Het is jammer dat Geert Bosma deze aanpassingen niet meer heeft mogen meemaken, maar zoals blijkt uit zijn tekst is veel van ons handelen in overeenstemming met de opvattingen die hij had en is de stinzenflora weer goed ontwikkeld.

Winterakonieten 'Ayttabomkes' en Sneeuwklokjes bij Stinze Stiens.

Winterakonieten ‘Ayttabomkes’ en Sneeuwklokjes bij Stinze Stiens. 1 februari 2020.

Stinze Stiens:
Bezoekadres: Smelbrêge 6, schuin tegenover de St. Vituskerk in het historische centrum
Toegang: Op afspraak. ‘Open tuindagen’, zie het Stinzenflorajournaal of de agenda op de website www.stinze-stiens.nl
Parkeren: gratis in Stiens
Openbaar vervoer: Bus 60 of 154 vanuit Leeuwarden, Halte Langebuorren.
Stinzenflora-monitor: voor informatie klik hier, over de Noordelijke Lustwarande, stinzenplanten in Noord-Nederland en Noord-Duitsland, locaties, soorten en bloeitijd.