Willem van Riemsdijk

1884 Frühlingsblumen-Stinze-Stiens (l), Epema State (r.)

Illustratie midden: Aglaia von Enderes, met tekeningen van Jenny Schermaul, Joseph Seboth Frühlingsblumen, Leipzig/Praag 1884. Bostulp bij Stinze-Stiens (l.), Epema State in Ysbrechtum (r.)

De vroeg bloeiende stinzenplanten toveren vaak een glimlach op het gezicht als de kou van de winter nog in de grond zit. Zij spreken tot de verbeelding. Sneeuwklokjes zijn nogal eens onderwerp van verhalen en legendes. Maar onlangs kwamen we een fraai negentiende-eeuws Duitstalig sprookje op het spoor over de Bostulp. Aglaia von Enderes beschrijft in het boekje ‘Frühlingsblumen’ uit 1884 ‘hoe de Bostulp de wereld het geluk teruggeeft’. Het boekje is fraai geïllustreerd door Jenny Schermaul(ova) en Joseph Seboth. Hieronder volgt de vertaling van het sprookje (Willem van Riemsdijk). De biografieën van de schrijfster en de illustratoren staan aan het eind van deze blog. De twee dames waren beiden feministisch actief. 

‘Op warme lentedagen ontluikt de voorname rechtopstaande bloem uit de Lelie familie, de  Bostulp (Tulipa sylvestris, Linn) met zijn gebogen knop en in de zon de omhoog gerichte, stralende bloei, en haar vele zusjes waarvan Hafis zingt:

Kijk, kijk, de Tulpenstengel
Deze brutale kettertjes
verheffen hun bonte bloemkelken
en verlangen naar krans en wijn

Dit schertsgedichtje past echter niet helemaal bij de tulpen van onze bosweiden, want ze zijn niet bont zoals haar zusters (de tuintulpen) in goed onderhouden tuinen, maar kleurt eenvoudig geel, zoals bij zijdeglans zonder andere opsmuk. Over de Bostulp bestaan merkwaardige sagen, zoals het verhaal dat de gesloten knop ooit het geluk van de mensen gevangen hield. Niemand kon de bloemknop openen, niemand kon het geluk bevrijden. Men probeerde het met geweld en bezwering; jong en oud ging op pelgrimstocht naar de bloem op de eenzame bosweide; Koningen met hun gevolg, bedelaars met hun wandelstok, rijke ‘bon vivants’, en mannen met eelt op de handen, iedereen ging erop uit en probeerde goedschiks of kwaadschiks de knop te openen; maar tevergeefs. Mensenmassa’s kwamen en gingen en tenslotte lieten de mensen de bloem alleen nadat ze de hoop het geluk weer te zien hadden opgegeven.

Op een dag ging een arme vrouw op weg naar de boswei. Stil en bleek kwam ze er aan, met een jongetje aan de hand en keek al van ver naar de rechtopstaande knop waarover ze al zoveel verhalen had gehoord. Ze wilde de knop niet openbreken; ze wist immers, dat dit niet werkte; maar ze wilde de bloem zien waarvan ze gehoord had dat het geluk erin verbleef, het geluk waarvan ze in haar hele leven niet het geringste had gehad en waarnaar ze op moeilijke momenten (uren) zo verlangd had. Ze kwamen langzaam dichter en dichterbij totdat het jongetje de stralende knop ontdekte en rukte zich juichend los van zijn moeder en rende, met uitgestrekte armen en een heldere vreugdevolle lach op de bloem af. Wat geweld en bezwering niet hadden bereikt -de wereld het geluk teruggeven- dat had een heldere lach van een kind bereikt.

De bosweide is niet de enige plek waar onze Bostulp zich thuisvoelt; ze komt ook voor in akkers of in wijngaarden, waar de zon op de zijdezachte bloembladeren schijnt, en op de grote meeldraden met stuifmeel (manlijk) en de driehoekige stempel (vrouwelijk), die als een kleine klepel uitsteekt in de de geopende bloemklok.

Enderes, Frühlingsblumen, Leipzig/Praag 1884

Illustratie ‘Tuintulp (Tulipa Gesneriana)’ uit: Aglaia von Enderes, met tekeningen van Jenny Schemaul, Joseph Seboth Frühlingsblumen, Leipzig/Praag 1884.

Het zusje van onze Bostulp, de bontgekleurde stralende tuintulp, waarvan men ondanks, of misschien vanwege haar verrassende schoonheid, zo veel kwaad spreekt, die men hoogmoed en zelfzucht heeft toegedicht, is een dochter van de Oriënt, en heeft in onze tuinen een veelheid van vorm- en kleur-veranderingen doorgemaakt, haar kelk gevuld met bloembladeren, haar bloei als ware het een gloedvolle regenboog. De bloeitijd is die van de Bostulp. Als deze haar (bloem)hoofd zachtjes opheft en de grote, mooie bloem zich opent in de buitenlucht boven de mosgroene aarde, dan begint in de kas en in de serre het schitterende tulpenvolk te stralen, bloemhoofd na bloemhoofd, prachtig om te zien, elkeen een juweel van de natuur, zoals een pauw met opgezette sleep of een glinsterende regendruppel waarop de zon schijnt.

Maar de Bostulp heeft een groot voordeel op de fraaie tuintulp.
Haar bloemkelk omsluit in de stralende bloemklok onverwachte zachte  zoete geuren.

Niet alleen verschillen de tuintulp en de Bostulp wat betreft het kleurpatroon van de bloemen en de geur maar ook de vorm van de bloembladeren is heel verschillend. De tuintulp heeft afgeronde stompe bloembladen, terwijl de Bostulp sierlijk gepunte bloembladeren heeft. 

Bostulp bij Stinze Stiens.

Bostulp mooi open bij Stinze Stiens.

'Tulipe de Vigne', Poligny 2011.

‘Tulipe de Vigne’, Poligny 2011. Foto: Willem van Riemsdijk

Het sprookje en de beschrijving van de Bostulp geven veel interessante informatie op een poëtische manier. De bostulp groeide in Midden-Europa in die tijd in het wild in bosweiden. Dit zijn plekken in het bos die door beweiding en houtkap open worden gehouden. Deze tulpen houden van volle zon en kwamen in die tijd ook voor in wijngaarden en akkers en boomgaarden

Bostulp bij Stinze-Stiens in knop.

Bostulp bij Stinze-Stiens in knop.

Bostulp bij Stinze-Stiens. 17 april 2022.

Bostulp bij Stinze-Stiens. 17 april 2022.

De specifieke kenmerken van de Bostulp, en waarom dit zo’n mooie plant is, worden ook goed beschreven. Het bovenste deel van de bloemstengel van de Bostulp is gebogen als de plant nog in knop is en deze strekt zich als de bloem opengaat. De tuintulp wordt ook gewaardeerd en de verschillen met de Bostulp worden geduid. De veelkleurige bloem van de tuintulp tegenover het satijnzachte geel van de bloem van de Bostulp.

Bostulp bj Stinze-Stiens.

Bostulp bj Stinze-Stiens.

De auteur wijst op het grote voordeel van de Bostulp t.o.v de tuintulp, namelijk de aangename geur die geopende bloemen van de Bostulp verspreiden. Bij het sprookje staan de bloemknop en de magische geur van de geopende Bostulp centraal.

'De keniningin fan de stinzeplanten' op 27.04.2016 in Ternaard. Bostulp.

‘De keniningin fan de stinzeplanten’ op 27.04.2016 in Ternaard. Ternaard is bekend om de Bostulpen.

Verwildering van de Bostulp zoals hierboven beschreven kwam vroeger in Friesland bij Ternaard, zo is te lezen in een artikel uit 1935 (A.J. de Boer in De Levende Natuur no.  39) ( Zie ook de blog: Het raadsel van de Wilde (Wijnberg) Tulp ,Groei en Bloei van Tulipa sylvestris). Er hebben in de buurt van Ternaard diverse states gestaan. Die zouden de bron van deze tulpen kunnen zijn. Deze states waren in 1935 al lang afgebroken. In die tijd dreigden de tulpen de korenakkers te overwoekeren. De tulpen groeiden in Ternaard toen op tuinpaden, in groentebedden, tussen heesters en in het gras. De meeste planten bloeiden niet en men beschouwde het als een lastig onkruid. Het kerkhof in Ternaard heeft tegenwoordig nog een zeer rijke vegetatie met Bostulpen mede doordat het beheer van het kerkhof de laatste jaren goed rekening houdt met de Bostulpen. 

Bostulp op talud bij familiebegraafplaats, Martenastate, Koarnjum

Bostulp op talud bij familiebegraafplaats, Martenastate, Koarnjum. 2 mei 2015.

Pinksterbloemen en Bostulp bij Dekema State (Jelsum).

Pinksterbloemen en Bostulp bij Dekema State (Jelsum). Foto: Stinze Stiens.

Op verschillende Friese stateterreinen komt de Bostulp rijkelijk voor zoals bij Martenastate (Koarnjum), Dekema State (Jelsum) en Epema State (Ysbrechtum).

Ook jij kunt in het vroege voorjaar op diverse terreinen ‘het geluk’ opzoeken.

Er is tot nu toe nog nooit uitgebreid onderzoek gedaan naar de geur van de Bostulp in volle bloei op diverse historische plaatsen in Nederland. Het gaat er om of de tulpen een zoete geur verspreiden of geurloos zijn tijdens de bloei. We willen mensen met belangstelling voor deze stinzenplant oproepen om dit voorjaar te rapporteren waar ze Bostulpen wanneer hebben onderzocht op aanwezigheid van geur en deze gegevens aan ons te rapporteren: info@stinze-stiens.nl . Liefst met een foto gemaakt met een smartphone zodat de gps locatie bekend is.

Info Stinze-Stiens, Groepsbezoek en Open tuin: https://stinze-stiens.nl/agenda/
Epema State, Epemawei 8, 8633KS Ysbrechtum: park rond de slotgracht en bos zijn openbaar toegankelijk.

Bostulp, Epema state Ysbrechtum

Bostulp, oever oprijlaan Epema state (Ysbrechtum). 15 april 2019. Foto: Wytske Heida.

Biografieën 

Aglaia von Enderes

Aglaia von Enderes Bron: https://fraueninbewegung.onb.ac.at/node/3265

Aglaia Elisabeth von Enderes geb. Podhaisky (* Wenen, 1834; † Wenen, 1883) was een Oostenrijks schrijfster. Zij was dochter van een beambte, die later naar Lemberg werd overgeplaatst. Zij kreeg een zeer goede opvoeding en bekwaamde zich in het bijzonder in de Engelse taal. In 1862 trouwde zij met Dr. Karl Ritter von Enderes. Hij stimuleerde haar tot schrijven. In1863 verscheen haar eerste Feuilleton in de ‘Wanderer’, waarna nog vele volgden, ook in landbouwkundige en buitenlandse (Amerikaanse) tijdschriften. Zij was ook actief in de vrouwenbeweging. In 1866 publiceerde zij twee artikelen over de vrouwenbeweging in de Wiener Zeitung die nogal ophef veroorzaakten. In 1873 werd ze secretaris van Frauenerwerbverein en bij de wereldtentoonstellingen in Wenen (1872) en Parijs (1878) belast met de officiële bijdrage over Vrouwenarbeid. Zij geldt als zeer goed in het beschrijven van details, de weergave van verborgen verschijnselen in de natuur en vooral van het dierenleven.

Bron: https://fraueninbewegung.onb.ac.at/node/3265 

Jenny Schermaul(ová), mei 1909.

Jenny Schermaul(ová), mei 1909. Bron: https://cs.wikipedia.org/wiki/Jenny_Schermaulová

Jenny Schermaulová (ook Jenny Schermaul) (*Liblin1828; † Praag 1909) was een  Tsjechische schilder.
Ze werd geboren in het gezin van een gepensioneerde (beheerder van het pensioenkantoor) op het landgoed Lieblin van graaf Wurmbrand als dochter van František Schermaul (1786-1870) en zijn vrouw Anna, geb. Fleischerová (1796-1866). Ze werd gedoopt Johanna Lidmila, ze had een jongere zus Anna (1830-1884).
Ze werd niet aangenomen op de Praagse Academie, haar leraar was de schilder Karel Javůrek. In de jaren 1860 studeerde ze bloemenschilderen in Dresden en verrijkte ze haar schildertechnieken met gouache. Ze woonde lange tijd in het achterste gedeelte van huis nr. 49 op het Wenceslasplein (hoek van Opletalova, tegenover het huidige ‘Flow Building’).
Ze wijdde zich aan het schilderen en werkte door tot op late leeftijd. Maar haar werk was toen al vergeten en ze woonde alleen. Ze exposeerde haar werken regelmatig op tentoonstellingen in Krasoumná jednoty (Kunstverein Bohemen). Haar werken stonden hoog aangeschreven vanwege hun botanische nauwkeurigheid. Ze schilderde vooral bloemen, maar het Nationaal Literatuurmuseum bewaart ook bijvoorbeeld haar zelfportretten en landschapsschilderijen.
Jenny Schermaulová wordt door Vladimír Neff in de roman Císařské fialky genoemd als een van de bezoekers van de salon van de familie Born (het echte model was de familie van Jan Neff) toen Dvořáks Moravische duetten voor het eerst werden uitgevoerd tijdens een thuisconcert. De ‘bloemenschilder’ Jenny Schermaul wordt wel een zeldzaam voorbeeld van vrouwenemancipatie genoemd, die ook de aandacht trok op de Wereldtentoonstelling in Wenen met haar enorme boeket dahlia’s.
Zij werkte niet alleen mee aan het boek over de voorjaarsbloemen ‘Frühlingsblumen’ (1884) maar ook aan  Sommerblumen’ (1884) en ‘Herbst- und Winterblumen’ (1886).

Bronnen: https://cs.wikipedia.org/wiki/Jenny_Schermaulová   

Joseph Seboth, Olieverf op karton ,19,5-15,5 cm, ca. 1867. Dorotheum auction 2008

Joseph Seboth (* Wenen 1814 – † Graz 1883). Over hem zijn weinig biografische gegevens bekend. Er is sprake van een Joseph Seboth die in 1841 op de jaarlijkse tentoonstelling van de Akademie der bildenden Künste bei St. Anna exposeert als bloemen- en vruchtenschilder. Tentoongesteld wordt een schilderij van ‘Druiven in een glas; en in de jaren erna ‘Bloemen in een glas’ (1842) en twee jaar later ‘Vruchten’. In 1870 wordt in de maart-tentoonstelling van de Osterreichischen Kunstverein weer een schilderij ‘druiven’ geëxposeerd.
Er bevinden zich werken van Joseph Seboth in het British Museum. Daar wordt vermeld dat hij werkte voor een Weense porcelein fabriek en in 1859/60 reizen maakte naar Sicilië, Cyprus, Armenié en Koerdistan. Vanaf 1870 woonde hij in Graz waar hij dertien jaar later overleed. In 1884 werkte hij, net als Jenny Schermaul mee aan het boek Frühlingsblumen en Herbst- und Winterblumen. Zeer bekend is zijn uit vier delen bestaande boek Alpine Plants painted from nature (ed. by Alfred W. Bennett), dat recent (2016) in een heruitgave verscheen.